Een tijdje terug schreef ik een post over mijn jobzoektocht. Daar is ondertussen sneller dan gedacht een einde aan gekomen. Eind april solliciteerde ik voor de functie van communicatie-expert. In eerste instantie een vervangingscontract voor iemand die in zwangerschapsverlof ging, maar er stond wel bij dat er een mogelijkheid was op een vast contract. Ik heb even getwijfeld, maar dan besloten dat ik het risico moest nemen. Sommige mensen zullen het misschien een domme beslissing vinden om te solliciteren voor een contract van bepaalde duur, wanneer je een contract van onbepaalde duur hebt lopen. De situatie op mijn huidige werk was voor mij echter onhoudbaar.
Ik stevende af op een bore-out, iets waar ik voor ik er werkte nog nooit van gehoord had. Want ja zo hard werken tot je helemaal opgebrand raakt ofwel de burn-out, dat kent iedereen ondertussen wel. Maar wanneer je capaciteiten onderbenut blijven dan kan je dus ook in iets gelijkaardig terechtkomen. Ik heb daar zo veel mogelijk over gezwegen, want het is al een heel gedoe om de burn-out uit te leggen. Velen stuiten daarbij (onterecht!!!) op onbegrip. Laat staan dat ik moest gaan uitleggen dat ik me zo verveelde op mijn werk, dat ik helemaal leeg thuiskwam en vaak tranen met tuiten huilde. Ik kon mij de reacties al zo voorstellen. “Je hebt toch werk. Wees tevreden met wat je hebt. De jonge generatie is te verwend, ze willen enkel een job die ze graag doen …” Dit laatste is trouwens waar, ik ben niet gemaakt om dag in dag uit een job tegen mijn zin te doen. Dat weegt op mij. Ik weet dat er mensen zijn die dit heel hun leven doen, die hun job nooit graag gedaan hebben, maar toch door de zure appel bijten. Je hebt immers een inkomen nodig. Maar ik heb al jobs gehad die ik wel graag doe en ken daarom eens te meer het verschil. Je brengt uiteindelijk een groot deel van je dag op kantoor/je job door. En ik vind het dan belangrijk dat ik daar graag zit. Uiteraard zijn er dagen waarop het wel eens tegensteekt. Daar bijt je dan door, maar dat is nog iets anders dan je dag in dag uit naar het werk te moeten slepen.
Ik vond het dus het risico meer dan waard. Zo gezegd zo gedaan en op mijn verjaardag mocht ik testen gaan doen en was er een gesprek. Dat verliep goed en een paar dagen later kreeg ik te horen dat ik een assessment mocht doen. Dat was best heftig, ik dacht echt dat ik er niet goed vanaf had gebracht. Dat gevoel bleek verkeerd, want opnieuw een paar dagen later kreeg ik telefoon. Ik mocht mijn contract komen tekenen. Zo geschiedde, een dag later (vorige week vrijdag) tekende ik m’n contract. Dan moest er nog één obstakel overwonnen worden. Ik moest beginnen op 1 juni. Wat wil zeggen dat mijn werkgeefster een opzegging met wederzijdse toestemming moest tekenen. Omdat ze vrijdag nog in het buitenland zat, zat ik dus een heel pinksterweekend in spanning. Mijn bazin wist dat ik op deze job had gesolliciteerd (omdat ik zoals eerder gezegd al open kaart had gespeeld) en ze wist ook dat dit op 1 juni te beginnen was. Ideaal vond ze dit niet. Dus bleef de vraag of ze nog steeds wilde tekenen. Dat deed ze en ik ben haar daar eeuwig dankbaar voor. Het lag ook niet aan haar of de collega’s, het was gewoon inhoudelijk. Ze was me niet graag kwijt, maar ze vond ook niet dat ze mij een job kon ontzeggen.
Ik vond het eerlijk gezegd ook geen ideale situatie. Door de gelijkschakeling van het statuut van arbeiders en bedienden, was mijn echte opzegperiode twee maanden en twee weken. In juli zou daar nog een week zijn bijgekomen. En zo komt er elke 6 maanden een week bij. Dit is overigens enkel zo voor personen die voor januari 2014 ergens zijn aangeworven. Zij moeten de vorige opzegperiode (1,5 maand) combineren met de nieuwe opzegperiode (waarbij je sinds 2014 elke 6 maanden dat je ergens werkt een week extra opzeg moet doen). Toen ik nog in het geheim solliciteerde, stuitte ik daarbij altijd op wat moeilijkheden. “Mja dat is echt wel heel lang.” Zodra ik mijn werkgever op de hoogte had gesteld, had ik dan ook afgesproken dat we het op maximaal 1,5 maand zouden houden. Dat leek me al lang genoeg. Maar dat ik nu na een week moest vertrekken (een korte week van 4 dagen dan nog). Dat had ik op voorhand nooit gedacht. Enerzijds is dat voor mijn mentale gezondheid goed. Er komt abrupt een einde aan en ik kan mij op een nieuwe uitdaging storten. Anderzijds is het wel vreemd om je vorige werk zo ineens achter te laten. Ik heb mij vorige week dus vooral bezig gehouden met het maken van handleidingen voor mijn opvolger die er in de toekomst zal komen. Zodat die persoon makkelijk zijn/haar weg zal terugvinden. Ik had dat geluk zelf niet, want mijn voorganger had het bedrijf al verlaten toen ik begon. En toen was er niets. Dat is ook gelukt, maar ik vond het maar een kleine moeite om de handleidingen te maken. Het was toch rustig vorige week.
Verder heb ik vrijdag afscheid genomen van mijn collega’s en mijn bazin. Jammer uiteraard, maar ik ben ervan overtuigd dat er op mijn nieuwe job een stel nieuwe leuke collega’s staan te wachten. Het zal terug even wennen worden, want in plaats van elke dag naar het werk te fietsen, moet ik mij nu terug met de auto verplaatsen. Maar ik heb alvast veel zin in morgen. Hopelijk ligt de job mij een stuk beter en hopelijk mag ik na 6 maanden blijven. Maar mocht dat niet zo zijn, ben ik toch een ervaring rijker. To be continued …