Dit jaar word ik 30. Ik heb doorgaans geen moeite met verjaren en dat zal ook dit jaar niet anders zijn. Toch groeit het besef dat een jaar snel voorbij is en dat de tijd steeds meer vliegt. Toen ik daarnet een brochure van een woonzorgcentra aan het nalezen was, bekroop de angst mij toch wel even. “In het begin van de maand wordt het zakgeld uitbetaald. Bewoners die daar recht op hebben, kunnen terecht bij de boekhouding.” Zakgeld, bedacht ik mezelf, ga ik dan binnen 50 jaar terug als een puber achter zakgeld moeten vragen? En hopen dat ik daarmee alles kan kopen waar ik zin in heb. Ik die dan wellicht al jarenlang heb moeten werken, mijn centjes zelf verdiend heb, ga op zo’n moment aan iemand anders toegang tot mijn geld moeten vragen? Niet veel later bedacht ik me dat dit ook een veiligheidsmaatregel kan zijn voor mensen met dementie e.d. Toen mijn grootmoeder zaliger begon te dementeren, was zij de waarde van geld volledig kwijt. Ik kan het dus zeker wel begrijpen, maar eens te meer besef ik hoe moeilijk het moet zijn voor iemand om zich te laten opnemen in een rusthuis. Al je vrijheid is weg. Je moet je terug de regels volgen, in de lijn lopen: opstaan wanneer dat verwacht wordt, gaan eten op de juiste tijdstippen, eten wat de pot schaft, ook al heb je daar die dag misschien geen zin … En dat terwijl je je hele leven steeds meer vrijheid hebt opgebouwd. Dit gewoon bent. Voor mij zou het een lijdensweg zijn. Ook al weet ik mede dankzij de prachtige reportage van Jeroen Meus in Goed Volk dat er evenzeer mooie momenten zijn en dat het personeel van woonzorgcentra alle respect verdient, ik hoop echt dat ik mijn oude dag gewoon thuis kan doorbrengen.
Kijk eens diep in mijn ogen …
Jup, dankzij mij zit je nu de rest van de dag met deze geweldige hit van Willy & Wendy in je hoofd. Graag gedaan! Maar ik kan het blijkbaar niet. Iemand lang in de ogen kijken, bedoel ik dan. Al meermaals kreeg ik de opmerking dat ik weinig oogcontact maak, zelfs afgelopen vrijdag nog. Ik ben er mij van bewust en als ik erop let, doe ik het ook meer, maar uit mezelf zal ik heel weinig doen. Waarom? Dat weet ik niet. Als ik iemand nog niet zo goed ken, neem ik altijd een afwachtende houding aan, mensen zeggen me dan vaak dat ik verlegen overkom. Terwijl m’n vrienden me helemaal niet als een verlegen persoon zouden omschrijven. Ik moet me gewoon eerst op m’n gemak leren voelen bij iemand. Maar zelfs bij mijn vrienden of familie zal ik weinig oogcontact maken. Het komt gewoon niet natuurlijk.
Voor mijn gesprekspartner is dit uiteraard zeer onaangenaam. Ik kan me dit zelfs perfect voorstellen. Iemand die een hele uitleg aan het doen is (want aan verhalen en honderduit babbelen bij mij geen gebrek :-)), maar bijna nooit naar je kijkt. Ofwel kijk ik naar beneden of naar boven, of naar links of naar rechts, maar zelden naar het gezicht. Als ik luister heb ik er dan weer minder problemen mee. Als communicatiewetenschapper weet ik natuurlijk als de beste dat geen oogcontact maken uitstraalt dat je weinig vertrouwen hebt: in jezelf, in wat je aan het zeggen bent … je zou zelfs staalhard aan het liegen kunnen zijn. Dat laatste is zeker niet het geval, ik ben geen leugens aan het verkopen. Ik geloof ook zeker in wat ik zeg. En mijn zelfvertrouwen is met de jaren alleen maar toegenomen. En toch ik doe het na al die jaren nog steeds niet. Ik ga er terug meer op beginnen letten en hoop dat het na een tijd een tweede natuur wordt. Dus als je me binnenkort tegenkomt en ik kijk nogal doordringend naar je, dan weet je waarom. In het begin zal ik namelijk vooral naar een evenwicht moeten zoeken tussen te veel en te weinig :-). En als er iemand nog tips heeft, dan hoor ik het graag.
Doodgewone dingen
Vorig jaar kwam ik op de blog van Kelly/Lilith terecht. Supergoed geschreven en een fijn tijdverdrijf tussendoor. Aangezien ik soms wel wat tijd te doden heb en ondertussen volledig up-to-date ben, lees ik op zo’n momenten berichtjes uit haar archief. Voor De Standaard Magazine schrijft Kelly een rubriek over doodgewone dingen die je hart doen zingen. Kelly haar oproep om deze te delen is misschien de ideale opdracht om deze blog nieuw leven in te blazen. Doet me er trouwens aan denken dat ik dringend haar blogboek moet gaan halen om dit meteen fatsoenlijk te doen. Hierbij mijn doodgewone dingen:
- Een goed gesprek
- Uit volle borst meezingen met een lied op de radio
- Huilen van het lachen
- De slappe lach hebben
- Een reis boeken en vervolgens beginnen plannen en hier naar uitkijken
- Een goed boek lezen
- Samen met hele familie aan tafel zitten en samen eten, lachen en babbelen
- De geur van de lente die eraankomt
- In de zomer tot ‘s avonds laat op een terrasje zitten
- Met de ex-collega’s van het TH afspreken en steeds een gezellige namiddag/avond beleven waarop er veel gelachen wordt
- Idem voor afspreken met m’n vrienden van het middelbaar/de universiteit
- Op restaurant gaan
- Lopen en na een douche voldaan in de zetel kunnen ploffen en één van de vele series kunnen bekijken die ik als seriesverslaafde volg
- Gaan shoppen en alle stuks vinden die ik op voorhand in gedachte had (ik ga meestal shoppen met een doel)
- Structuur brengen in ‘het huishouden’ en blij zijn als ik mijn taken weer tot een goed einde heb gebracht. Het is nl. nog altijd niet echt m’n ding (dank je trouwens Kelly voor de tip van Evernote, ook onze diepvriesinhoud staat ondertussen mooi op de iPad)
- Lekker eten (het avondeten is daarbij nog altijd mijn favoriete maaltijd van de dag)
- ‘s Nachts wakker worden om naar het toilet te gaan (gebeurt altijd één keer per nacht) en beseffen dat ik nog heel wat uren kan slapen
- Een rustig weekend/een week vakantie waarin je helemaal op een ander ritme leeft. Uitslapen, de krant rustig lezen, beetje tv kijken, wandelingske maken …
- Naar concerten van mijn favoriete groepen gaan
- Zomer, zon en warmte
- … nog 100den andere dingen, maar laten we het hier bij houden.
With every heartbeat …
Als ik ga lopen maak ik gebruik van een hartslagmeter (een oranje polar rs300x). Het helpt me om een goed tempo aan te houden en in conditie te blijven. Soms vindt de hartslagmeter mijn hartslag echter niet. Ik heb hiervoor Polar al aangeschreven, mijn horloge naar hen opgestuurd, maar niks leek te helpen. Dit zorgde vaak voor frustratie aan het begin van elk loopje. Soms duurde het tot tien minuten voor de monitor mijn hartslagzone vond. Dus ging ik op zoek naar een oplossing en ondertussen heb ik die gevonden. Op het net vond ik mensen die een gelijkaardig probleem hadden, bij hen werd het opgelost door elektrodengel op de borstband aan te brengen. Dus besloot ik naar de lokale apotheek te trekken. Daar gaven ze me gel, die gebruikt wordt voor echo’s, op waterbasis. En dit werkt perfect voor me. De apotheker gaf me gratis een klein potje mee om eens te testen en ondertussen maak ik hier al een goede drie maanden gebruik van, aangezien ik slechts een klein beetje moet aanbrengen. Het is echt een opluchting om mij op het lopen te kunnen focussen in plaats van op mijn hartslagmeter.
Keep on running!
Vorige week begon ik aan een nieuw loopdoel. Ik ben nooit echt sportief geweest, maar een paar jaren terug merkte ik dat dat zijn tol begon te eisen. Toen ik mei 2012 tijdens een trip naar de westkust een wandeling deed in Bryce Canyon (met hoogteverschil) en doodmisselijk boven aankwam, besefte ik dat er iets gedaan moest worden. In juni 2012 schafte ik mezelf loopschoenen aan en begon ik eraan.
Vorige week startte ik met de voorbereiding voor de halve marathon met de Start to Run app van Energy Lab. Normaal gebruik ik Nike+, maar het loopschema voor de halve marathon op de Start to Run app sprak me net iets meer aan. Toch blijf ik mijn Nike+ app telkens als back-up gebruiken, omdat het mooi alle kilometers bijhoudt die ik al gedaan heb. Toen ik met de training begon, kwam ik tot de conclusie dat ik wat moest minderen met lopen. Normaal loop ik 2×45 minuten per week en 70 minuten tijdens het weekend. Dus je kan je mijn verbazing voorstellen toen ik merkte dat ik vorige week slechts twee keer 35 minuten moest lopen en 45 minuten tijdens het weekend. Het schema bouwt zich dus geleidelijk aan op.
De app zelf is niet slecht, maar ik zou er wel een aantal dingen aan veranderen. Ik maak gebruik van een hartslagmeter tijdens mijn training. Ik ben hiervoor getest op de hartslagzones waarbinnen ik moet trainen. Bij de app kan je ook kiezen om te trainen op hartslag of op gevoel. Wanneer je kiest voor trainen op hartslag, kan je echter je eigen zones niet ingeven. De app vraagt je om je minimum hartslag en maximum hartslag in te geven, maar bij mij leidt dit ertoe dat mijn zones niet kloppen. Verder moet je om de training op te slaan, op een knop drukken die zo klein is dat ik hem de eerste keer gemist had. Energy Lab heeft me wel laten weten dat dit zal veranderen bij de volgende update.
De conclusie is dat de Start to Run app een goede app is als je een bepaald doel hebt, maar voor vrije training blijf ik toch de voorkeur geven aan Nike +. De app is verkrijgbaar in Nederlands en Frans en in de toekomst zou er ook een Engelse versie verschijnen. De app is gratis, maar de trainingsschema’s zijn dat niet. Gelukkig zijn ze niet al te duur en kan je met elke training punten sparen om een nieuw schema aan te schaffen. Meer informatie over de app kan je hier vinden.
Stad van Gaudí
Zoals zovelen hou ik van reizen. Er zijn nog heel wat plaatsen in de wereld die ik graag eens een bezoekje zou brengen. Lange tijd stond Cuba hoog op mijn lijstje als volgende reisbestemming. Ik begon zelfs met het volgen van Spaanse les om de taal toch een beetje beter te begrijpen. Door omstandigheden ben ik er echter nog niet geraakt. Vorige zomer kozen we voor een vakantie dichtbij huis: we gingen naar Barcelona. Een prachtige stad die ik al eens eerder bezocht. We verbleven daar in het mooie hotel Hotel Villa Olimpic@ Suites, dat ik aan iedereen kan aanraden. Het personeel was er supervriendelijk, de kamers waren proper en groot en het ontbijt was lekker en uitgebreid.
Tijdens ons verblijf brachten we bezoekjes aan toeristische trekpleisters zoals de Sagrada Familia, Park Güell, Casa Milà and Casa Batlló. Waarbij dat laatste mijn favoriet was. Het is zo’n prachtig huis dat ik er zou kunnen wonen als het mogelijk was. Gaudí was echt een architecturaal genie. Verder gingen we naar la Boqueria, deden we vele wandelingen doorheen de stad en in Barceloneta, brachten we een bezoek aan Camp Nou, gingen we naar de Montjuïc en brachten we een namiddag door in de tuin en het labyrint van Horta. Een oase van rust midden in de stad.
En uiteraard konden we ook genieten van het heerlijke eten in Spanje: paella en tapas. Als je plannen hebt om Barcelona te bezoeken in de nabije toekomst dan kan ik Paco Meralgo alleen maar aanraden. Het eten was er overheerlijk. Maar het is ook zeer populair, dus je moet er reserveren of net voor opening gaan aanschuiven.
Barcelona is echt zo’n prachtstad dat ik er zeker nog een keer naartoe zal gaan. Als je de stad nog nooit bezocht hebt en je twijfelt kan ik alleen maar zeggen: doen!