‘Den Draad’

Sinds december ga ik draadloos door mijn sportleven. Toen ik in 2014 begon met lopen werd dat vaak bepaald door ‘den draad’. “Welke draad?”, hoor ik je nu denken. De draad van mijn de hoofdtelefoontjes die in mijn iPhone staken. Om één of ander manier zaten die altijd in mijn weg. Ik had eerst van Apple zelf, daarna ging ik sportoortjes halen. Die zaten beter in m’n oren, maar de draad zat mogelijk nog harder in de weg. Zo heb ik een aantal jaren gelopen, ik werd het gewend. En dan gaf mijn iPhone 4S de geest en liet ik me ondanks de, naar mijn mening, veel te dure aankoopprijs toch verleiden tot de aankoop van een 6S. Bleek dat ding eigenlijk superonhandig te zijn om aan je arm te hangen. Ik was meer bezig met het feit dat dat elke moment van m’n arm kon vallen, dan met het loopplezier.

Dus begon ik uit te kijken naar een sporthorloge. Liefst één waarop ik mijn muziek kon zetten en kon mee lopen, zwemmen en fietsen. Ik hou graag alles bij, dus een gps was ook mooi meer genomen. En als het even kon, had ik ook graag hartslagmeting aan de pols. Dan was ik in één keer ook die hartslagband rond mijn lijf kwijt (zo min mogelijk balast).

Ik was eigenlijk helemaal gewonnen voor de Polar M600, met mijn RS300x had ik nl. heel goeie ervaringen. Helaas bleek dat je aan de M600 helemaal geen muziek kon linken als je een iOS toestel had. Het was enkel compatibel met Android toestellen. Met heel veel pijn in het hart kocht ik mij een TomTom. Het was nl. niet 100% wat in gedachte had, maar ik ben uiteindelijk wel erg blij met mijn aankoop. Ik kreeg er ook nog bluetooth oortjes bij. Die zitten niet geheel perfect, dus als ik weer wat meer gespaard heb, koop ik er mij nog betere. Maar een gegeven paard kijkt men niet in de bek. Er zit bij deze oortjes enkel nog een verbinding tussen beide kanten. Die loopt achteraan mijn hoofd. Dus ik heb er geen last van tijdens het lopen. Fietsen heb ik tot nu toe nog niet alleen gedaan, dus daarvoor gebruik ik ze niet. En bij zwemmen mag je ze niet gebruiken, maar dat was ik ook niet van plan :-). Ze doen wat ze moeten doen. En het is echt een verademing om al die ballast (telefoon rond m’n arm, hartslagband en oortjes met draad) kwijt te zijn.


Ik ben trouwens ook erg tevreden over de werking van het horloge. Maar daarover later meer …

Maartboek

In maart las ik één boek: Kom hier dat ik u kus van Greet Op de Beeck. Je leest het goed dezelfde auteur als vorige maand. Dat was veeleer toevallig. Ik kocht haar eerste boek op de boekenbeurs, omdat ik er al zoveel goeie dingen over gehoord had. Een maand later had ik een kerstfeestje met de collega’s. We hadden namen getrokken en zorgden allemaal voor een cadeautje. De collega die mijn naam getrokken had, gaf me dus een boek, waar ik overigens erg gelukkig mee was :-). Ik vond ‘Kom hier dat ik u kus’ goed, maar ik vond het wel minder meeslepend dan ‘Vele hemels boven de zevende’. Het boek volgt hoofdpersonage Mona door drie fases in haar leven: als kind, als twintiger en als dertiger. Het hoofdstuk als kind las als een sneltrein, het hoofdstuk over haar leven als twintiger ging al minder vlot en bij het hoofdstuk als dertiger heb ik echt moet zwoegen. Ik verloor de affiniteit met het hoofdpersonage vroeg me af waarom ze dan haar leven niet over een andere boeg gooide. Al bij al vond ik het wel een goed boek en gaf ik het toch nog drie sterren op Goodreads, maar ik zou het dus minder aanraden dan het debuut van Op de Beeck.