Dit jaar word ik 30. Ik heb doorgaans geen moeite met verjaren en dat zal ook dit jaar niet anders zijn. Toch groeit het besef dat een jaar snel voorbij is en dat de tijd steeds meer vliegt. Toen ik daarnet een brochure van een woonzorgcentra aan het nalezen was, bekroop de angst mij toch wel even. “In het begin van de maand wordt het zakgeld uitbetaald. Bewoners die daar recht op hebben, kunnen terecht bij de boekhouding.” Zakgeld, bedacht ik mezelf, ga ik dan binnen 50 jaar terug als een puber achter zakgeld moeten vragen? En hopen dat ik daarmee alles kan kopen waar ik zin in heb. Ik die dan wellicht al jarenlang heb moeten werken, mijn centjes zelf verdiend heb, ga op zo’n moment aan iemand anders toegang tot mijn geld moeten vragen? Niet veel later bedacht ik me dat dit ook een veiligheidsmaatregel kan zijn voor mensen met dementie e.d. Toen mijn grootmoeder zaliger begon te dementeren, was zij de waarde van geld volledig kwijt. Ik kan het dus zeker wel begrijpen, maar eens te meer besef ik hoe moeilijk het moet zijn voor iemand om zich te laten opnemen in een rusthuis. Al je vrijheid is weg. Je moet je terug de regels volgen, in de lijn lopen: opstaan wanneer dat verwacht wordt, gaan eten op de juiste tijdstippen, eten wat de pot schaft, ook al heb je daar die dag misschien geen zin … En dat terwijl je je hele leven steeds meer vrijheid hebt opgebouwd. Dit gewoon bent. Voor mij zou het een lijdensweg zijn. Ook al weet ik mede dankzij de prachtige reportage van Jeroen Meus in Goed Volk dat er evenzeer mooie momenten zijn en dat het personeel van woonzorgcentra alle respect verdient, ik hoop echt dat ik mijn oude dag gewoon thuis kan doorbrengen.
Maand: januari 2015
Kijk eens diep in mijn ogen …
Jup, dankzij mij zit je nu de rest van de dag met deze geweldige hit van Willy & Wendy in je hoofd. Graag gedaan! Maar ik kan het blijkbaar niet. Iemand lang in de ogen kijken, bedoel ik dan. Al meermaals kreeg ik de opmerking dat ik weinig oogcontact maak, zelfs afgelopen vrijdag nog. Ik ben er mij van bewust en als ik erop let, doe ik het ook meer, maar uit mezelf zal ik heel weinig doen. Waarom? Dat weet ik niet. Als ik iemand nog niet zo goed ken, neem ik altijd een afwachtende houding aan, mensen zeggen me dan vaak dat ik verlegen overkom. Terwijl m’n vrienden me helemaal niet als een verlegen persoon zouden omschrijven. Ik moet me gewoon eerst op m’n gemak leren voelen bij iemand. Maar zelfs bij mijn vrienden of familie zal ik weinig oogcontact maken. Het komt gewoon niet natuurlijk.
Voor mijn gesprekspartner is dit uiteraard zeer onaangenaam. Ik kan me dit zelfs perfect voorstellen. Iemand die een hele uitleg aan het doen is (want aan verhalen en honderduit babbelen bij mij geen gebrek :-)), maar bijna nooit naar je kijkt. Ofwel kijk ik naar beneden of naar boven, of naar links of naar rechts, maar zelden naar het gezicht. Als ik luister heb ik er dan weer minder problemen mee. Als communicatiewetenschapper weet ik natuurlijk als de beste dat geen oogcontact maken uitstraalt dat je weinig vertrouwen hebt: in jezelf, in wat je aan het zeggen bent … je zou zelfs staalhard aan het liegen kunnen zijn. Dat laatste is zeker niet het geval, ik ben geen leugens aan het verkopen. Ik geloof ook zeker in wat ik zeg. En mijn zelfvertrouwen is met de jaren alleen maar toegenomen. En toch ik doe het na al die jaren nog steeds niet. Ik ga er terug meer op beginnen letten en hoop dat het na een tijd een tweede natuur wordt. Dus als je me binnenkort tegenkomt en ik kijk nogal doordringend naar je, dan weet je waarom. In het begin zal ik namelijk vooral naar een evenwicht moeten zoeken tussen te veel en te weinig :-). En als er iemand nog tips heeft, dan hoor ik het graag.
Doodgewone dingen
Vorig jaar kwam ik op de blog van Kelly/Lilith terecht. Supergoed geschreven en een fijn tijdverdrijf tussendoor. Aangezien ik soms wel wat tijd te doden heb en ondertussen volledig up-to-date ben, lees ik op zo’n momenten berichtjes uit haar archief. Voor De Standaard Magazine schrijft Kelly een rubriek over doodgewone dingen die je hart doen zingen. Kelly haar oproep om deze te delen is misschien de ideale opdracht om deze blog nieuw leven in te blazen. Doet me er trouwens aan denken dat ik dringend haar blogboek moet gaan halen om dit meteen fatsoenlijk te doen. Hierbij mijn doodgewone dingen:
- Een goed gesprek
- Uit volle borst meezingen met een lied op de radio
- Huilen van het lachen
- De slappe lach hebben
- Een reis boeken en vervolgens beginnen plannen en hier naar uitkijken
- Een goed boek lezen
- Samen met hele familie aan tafel zitten en samen eten, lachen en babbelen
- De geur van de lente die eraankomt
- In de zomer tot ‘s avonds laat op een terrasje zitten
- Met de ex-collega’s van het TH afspreken en steeds een gezellige namiddag/avond beleven waarop er veel gelachen wordt
- Idem voor afspreken met m’n vrienden van het middelbaar/de universiteit
- Op restaurant gaan
- Lopen en na een douche voldaan in de zetel kunnen ploffen en één van de vele series kunnen bekijken die ik als seriesverslaafde volg
- Gaan shoppen en alle stuks vinden die ik op voorhand in gedachte had (ik ga meestal shoppen met een doel)
- Structuur brengen in ‘het huishouden’ en blij zijn als ik mijn taken weer tot een goed einde heb gebracht. Het is nl. nog altijd niet echt m’n ding (dank je trouwens Kelly voor de tip van Evernote, ook onze diepvriesinhoud staat ondertussen mooi op de iPad)
- Lekker eten (het avondeten is daarbij nog altijd mijn favoriete maaltijd van de dag)
- ‘s Nachts wakker worden om naar het toilet te gaan (gebeurt altijd één keer per nacht) en beseffen dat ik nog heel wat uren kan slapen
- Een rustig weekend/een week vakantie waarin je helemaal op een ander ritme leeft. Uitslapen, de krant rustig lezen, beetje tv kijken, wandelingske maken …
- Naar concerten van mijn favoriete groepen gaan
- Zomer, zon en warmte
- … nog 100den andere dingen, maar laten we het hier bij houden.